Bij langdurige en/of heftige confrontaties met geweld of ander zelfdestructief gedrag als weigering of verslaving, lopen emoties al snel hoog op. Als ouder of opvoeder heb je al snel het idee je autoriteit te verliezen. In dit soort situaties kun je escalaties aangaan of juist toegeven aan de eisen van de ander om de escalatie te voorkomen. Dit leidt echter niet vanzelfsprekend tot een verbetering van de situatie. Binnen pleeggezinnen liggen gezagsverhoudingen doorgaans anders dan in gezinnen met eigen ouders/ kinderen. Zeker in de puberteit, waarin jongeren op zoek gaan naar hun eigen identiteit en zij de grenzen van je autoriteit als pleegouder onderzoeken, kunnen spanningen hoog oplopen.
Werken vanuit de basisprincipes van Nieuwe Autoriteit & Geweldloos Verzet (NA/GV) maakt dat een harde aanpak van kinderen en adolescenten bij gewelddadig maar ook zelfdestructief gedrag niet nodig is. Een standvastig verzet zonder dreigen en straffen en een positieve aanwezigheid zonder toegeven worden daarin met elkaar gecombineerd.
In welke situatie is inzet van de methodiek NA/GV aan de orde:
– fysiek en/ of verbaal geweld
– weglopen/ uit het zicht blijven van verantwoordelijke ouder
– weigering (school/ voedsel) of niet accepteren van gezag
– verslaving
Bij inzet van de methodiek NA/GV wordt er voornamelijk gesproken met pleegouders. In gesprekken wordt gewerkt aan bewustwording van eigen gedrag, mogelijkheden tot de-escaleren, inzet van waakzame zorg, oplossingsgericht werken en het maken van keuzes bij welk gedrag van de jongere het verzet van pleegouders zichtbaar moet zijn. Het onderzoeken en betrekken van het netwerk van zowel pleegouders als de jongere is een groot onderdeel van de methodiek. Met de inzet van het totale netwerk wordt steun ontvangen waar mogelijk en wordt de autoriteit van pleegouders vergroot.
De begeleiding van Boven Kamers wordt altijd afgestemd met natuurlijk pleegouders maar ook met de pleegzorgorganisatie. Wie neemt welke rol op zich. Hoe zorgen we er samen voor dat zowel het pleegkind als pleegouders zich gesteund gaan voelen en hoe schaalt Boven Kamers weer af zodat de pleegzorgorganisatie de begeleiding weer zo snel mogelijk alleen op zich kan nemen.
Pleegouder (of gezinshuisouder) zijn, brengt buiten het normale opvoeden ook andere uitdagingen met zich mee. Er wordt veel vertrouwen gelegd in pleegouders en gezinshuizen door een (gezins-)voogd, pleegzorgorganisatie en/of ouders om de opvoeding van het kind op te pakken. Dit vertrouwen willen zij meer dan waarmaken. Onder begeleiding van professionals geeft Boven Kamers hen de ruimte om samen met andere pleegouders/ gezinshuisouders hun weg te vinden in zaken die ook buiten het gedrag van het kind kunnen liggen. Los van de pleegzorgorganisatie of opdrachtgever geeft het de ruimte om meer kwetsbaar te kunnen zijn.
Intervisie in deze vorm geeft eveneens ruimte om in te zoomen op samenwerken met betrokken organisaties, ouders, (gezins-)voogdijwerkers.
Door middel van de intervisie krijgen pleegouders/ gezinshuisouders meer inzicht in wie zij zijn als opvoeder van een ander kind en hoe zij zich willen en kunnen verhouden tot alles wat dit met zich meebrengt. Iets wat een plaatsing en grootbrengen van deze kinderen enkel ten goede kan komen en breakdowns kan voorkomen.
Bij inzet van deze manier van begeleiden ziet een traject er als volgt uit:
– Individueel startgesprek waarbij middels een analyse inzicht wordt verkregen in de zorgen, krachten en wensen van pleegouders.
– Trainingsbijeenkomst oplossingsgericht werken
– 6 intervisiebijeenkomsten
– Afsluitende groepsbijeenkomst
Bij vragen vanuit de groep voor meerdere bijeenkomsten is er een mogelijkheid om te kijken naar een vervolg waarbij de begeleiding vanuit Boven Kamers desgewenst anders ingevuld kan worden.